PRO-CKD maakt beeld van PROMs bij nierpatiënten compleet
Bij dialyse- en niertransplantatiepatiënten gebeurde het al, maar nu worden in de PRO-CKD-studie patiëntgerapporteerde uitkomsten (PROMs) óók onderzocht bij patiënten met gevorderde chronische nierschade. Hoofdonderzoekers prof. dr. Marc Hemmelder en prof. dr. Friedo Dekker hopen met dit project een compleet beeld te krijgen van het gehele behandeltraject van nierpatiënten.
PROMs zijn voor Hemmelder en Dekker bekend terrein. Zij waren jaren geleden al betrokken bij de start van het verzamelen van deze uitkomsten bij dialysepatiënten. Sinds 2018 gebeurt dit zelfs als onderdeel van de standaardzorg door alle dialysecentra via de landelijke kwaliteitsregistratie Nefrodata. ‘We zijn benieuwd of we de dataverzameling kunnen uitbreiden naar de gehele nierzorgketen,’ aldus Hemmelder.
POSITIVE
En dus begonnen de onderzoekers in 2022 met de Patient-reported OutcomeS In Kidney Transplant recipients: Input of Valuable Endpoints (POSITIVE)-studie. ‘Daarin volgen we ongeveer 250 patiënten twee jaar vanaf het moment van niertransplantatie om te zien wat de impact van transplantatie is,’ legt Hemmelder uit. ‘We verzamelen klinische uitkomsten, maar vragen de deelnemers ook om vragenlijsten in te vullen over hun kwaliteit van leven, ziekteperceptie, therapietrouw en symptoomlast. POSITIVE is nog niet klaar, maar zit nu in de afrondende fase.’
Nieuwe loot aan de stam
Daarnaast is er nu de PRO-CKD-studie. Dekker: ‘PRO-CKD is de derde loot aan de stam. Het is een soortgelijk project, maar dan voor patiënten met chronische nierschade (CNS) stadium 4-5; dat wil zeggen met een nierfunctie van 30% of lager, maar (nog) niet op nierfunctievervangende therapie. Voor alle drie de patiëntengroepen – dialyse-, transplantatie- en CNS-patiënten – gebruiken we dezelfde vragenlijsten met alleen kleine aanpassingen per ziektedomein, zodat we patiënten over het gehele behandeltraject kunnen volgen. PRO-CKD loopt nu in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, Maastricht UMC+ en LUMC en er zitten al zo’n 160 mensen in de studie. We hopen uiteindelijk acht tot tien centra te includeren.’
‘Het eerste doel van de studie is om te zien wat er bij deze patiënten naar voren komt uit de vragenlijsten; kennen we dat uit de andere patiëntengroepen, of is dat nieuw?’ vervolgt Dekker. ‘Maar daarnaast is een belangrijk doel om te testen hoe we de verzamelde gegevens kunnen integreren in de landelijke registratie.’
Nefrodata
Net als de eerdere projecten heeft PRO-CKD een link met Nefrovisie en Nefrodata. Hemmelder: ‘Nefrovisie wil de bestaande dialyseregistratie uitbreiden met de patiëntengroep met CNS-stadium 4-5. Wij zullen de data die we nu verzamelen aanleveren bij Nefrodata, zodat zij een start kunnen maken met dat hele proces. Bovendien helpt Nefrovisie om de vragenlijsten – die tot nu toe op papier worden afgenomen – om te zetten naar online vragenlijsten. Dat is vooral belangrijk als de data op grotere schaal verzameld worden.’
Langzaam uitbreiden
Ondanks de ervaring met dataverzameling en vragenlijsten, kozen de onderzoekers er bewust voor om met PRO-CKD kleiner te starten met een cohortstudie. ‘Zo haal je eerder gegevens en ervaring op en bovendien kunnen we netjes in kaart brengen wat de respons is,’ legt Dekker uit. ‘Dat is belangrijk omdat dit weer een heel andere en veel grotere patiëntenpopulatie is. Bij dialysepatiënten is het heel duidelijk wanneer ze in het behandelcentrum zijn en de PROMs kunnen invullen. Dat is bij CNS lastiger; er zit meer logistiek aan vast. Pas als de studie goed loopt en er genoeg draagvlak is, gaan we opschalen en nodigen we alle centra uit om mee te gaan doen. Zo kan de studie naadloos overgaan in de routine registratie.’
Frequentie
Ook de manier van dataverzameling is anders dan bij de dialysepatiënten. ‘Dialysepatiënten komen gemiddeld drie keer per week naar het centrum,’ vertelt Hemmelder. ‘Patiënten met gevorderde CNS komen veel minder vaak, afhankelijk van hoe snel de nierfunctie achteruitgaat. Bij een relatief stabiele nierfunctie waarbij alles goed ingesteld is, is twee keer per jaar vaak voldoende. Naarmate de nierfunctie sneller daalt neemt die frequentie toe, grofweg varieert die tussen twee en vijftien consulten per jaar.’
De studievragenlijsten worden twee keer per jaar afgenomen, overeenkomstig het advies van ICHOM, een internationaal consortium voor uitkomstmetingen in de zorg. Hemmelder: ‘Maar soms is er een aanleiding om met zo’n lijst tussentijds eens te kijken hoe het gaat met de patiënt. Voor mij is het voor de toekomst nog wel een discussie hoe we de vragenlijsten nu echt moeten gebruiken; als standaardinstrument op vaste tijden, of juist als een precisie-instrument wat je op indicatie toepast. Dat laatste zie ik zelf wel als toegevoegde waarde in de patiëntenzorg.’ Dekker denkt dat die twee opties goed naast elkaar toegepast kunnen worden. ‘Ik zie het wel voor me dat je routinematig één of twee keer per jaar de lijst afneemt, zodat je de uitgangspositie duidelijk hebt, en daarnaast aanvullend in bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij een probleem.’
Onderzoeksvragen
Met de data zijn straks heel veel onderzoeksvragen te beantwoorden. ‘We kunnen de uitkomsten natuurlijk vergelijken met die van dialyse- en transplantatiepatiënten, maar ook het verloop over de tijd bekijken en verbanden tussen PROMs en klinische uitkomsten. Maar we kunnen ook heel specifieke onderwerpen analyseren, bijvoorbeeld jeukklachten en seksuele problemen. Die komen veel voor, maar komen vaak niet aan de orde in de gesprekken in de spreekkamer of zijn moeilijk oplosbaar,’ aldus Hemmelder.
‘Alle grote nefrologische studies in Nederland – zoals de DOMESTICO- en OASIS-studie – gebruiken nu dezelfde PROM-vragenlijsten,’ vult Dekker aan. ‘Daardoor kunnen we in de toekomst mogelijk gegevens van meerdere studies combineren om goede wetenschappelijke analyses te doen. Ook stemmen we de gegevensverzameling met elkaar af, zodat patiënten zo min mogelijk vragenlijsten “dubbel” hoeven invullen.’
Patiëntenperspectief
Hemmelder benadrukt dat het bij vragenlijstonderzoek heel belangrijk is dat je vragenlijsten niet alleen afneemt, maar het resultaat ook bespreekt. ‘Zo krijgt de patiënt bevestiging dat het invullen nut heeft en dat er iets mee gedaan wordt. We horen van patiënten terug dat zij dat als erg positief ervaren. Natuurlijk kun je niet alles bespreken in een consult van tien minuten. Pik er één of twee items uit en vraag de patiënt welke hij wil bespreken. Zo kan hij zijn belangrijkste klacht kwijt die misschien anders niet aan bod komt; het verbetert echt de interactie tussen arts en patiënt.’
‘Dat patiëntenperspectief is het allerbelangrijkst,’ besluit Dekker. ‘Ons hoofddoel is om de zorg beter te maken en dat zit hem voor de patiënt op de eerste plaats in aandacht en zich gehoord voelen.’
Meer informatie?
Hier kunt u meer lezen over de PROMs-vragenlijst voor dialysepatiënten.
Bent u nefroloog en wilt u met uw centrum deelnemen aan PRO-CKD? Dan kunt u contact opnemen met Marc Hemmelder .
Tekst: Marlies Noordzij