CKD@Werk: arbeidsparticipatie bij mensen met een nierziekte
In onze nieuwsbrief besteden wij graag aandacht aan initiatieven en innovaties die voor het hele
nefrologische werkveld van meerwaarde kunnen zijn. Zulke goede voorbeelden kunnen bijvoorbeeld naar voren komen tijdens visitaties of uitkomst zijn van (wetenschappelijk) onderzoek.
Onlangs verscheen het eindrapport van CKD@Werk, een kwalitatief onderzoek in het UMCG naar het behouden van werk bij patiënten met chronische nierschade.
In het CKD@Werk project onderzocht het UMCG welke factoren belemmerend en welke juist helpend zijn als het gaat om werkbehoud. Hiervoor zijn zowel de ervaringen van mensen met chronische nierschade als de ervaringen van betrokken (zorg)professionals in kaart gebracht.
Wat valt er van deze ervaringen leren? In ieder geval dat het belangrijk is om ‘werk’ als onderdeel van het dagelijks functioneren van patiënten in de spreekkamer ter sprake te brengen. Want nierpatiënten verkeren in een kwetsbare positie als het gaat om arbeidsparticipatie en zorgprofessionals kunnen een belangrijke rol spelen in het vroegtijdig signaleren, informeren of verwijzen van patiënten.
Hoe is het te begrijpen dat een deel van de nierpatiënten uit het arbeidsproces raakt, terwijl het anderen lukt om aan het werk te blijven? Om deze vraag te beantwoorden zijn twee kwalitatieve studies uitgevoerd: een interviewstudie bij 27 nierpatiënten (stadium G3b-4, dialyse- en (re)transplantatiepatiënten; leeftijd 18-65 jaar) en een focusgroepstudie bij 22 zorgprofessionals (verpleegkundig specialisten, maatschappelijk werkers, nefrologen) en 8 professionals werkzaam in de arbeidsgerelateerde zorg (bedrijfs- en verzekeringsartsen, arbeidsdeskundigen, sociale raadspersonen).
Uit de resultaten blijkt dat door de grote individuele verschillen in ziektebeloop, nierfunctievervangende behandeling, werksituatie en thuissituatie er sprake is van grote verschillen tussen patiënten in de kans en mogelijkheid om te werken. Sommige factoren zijn gerelateerd aan de patiënt zelf, zoals gezondheidstoestand (fysiek, cognitief), de psychologische impact van de ziekte, de aard van het werk, de attitude ten aanzien van werk en de werkbeleving. Minstens zo belangrijk is echter de context waar patiënten mee te maken hebben; zoals de steun vanuit de werkomgeving en de mogelijkheid het werk aan te passen. Maar ook de nefrologische zorg kan patiënten ondersteunen. Een persoonsgerichte en flexibele dialysebehandeling (‘maatwerk’) en een tijdige (preëmptieve) transplantatie maakt het makkelijker om aan het werk te blijven, zo vertellen patiënten. Daarnaast is deskundige advisering en continuïteit vanuit de bedrijfsgezondheidszorg van belang, want de wet- en regelgeving aangaande ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid is complex.
Het is belangrijk werkgerelateerde problemen vroegtijdig te signaleren. Het UMCG heeft om die reden arbeidsgerelateerde zorg ontwikkeld (BAAN-project). Aandacht voor werk is hiermee een structureel onderdeel van de zorg. De nefroloog stelt drie vragen over het werk en bepaalt zo of de patiënt baat kan hebben bij ondersteuning van maatschappelijk werk. Vervolgens kijkt deze samen met de patiënt welke zorg nodig is zoals bijvoorbeeld doorverwijzing naar gespecialiseerde arbeidsgerichte zorg. Dit signaleren, informeren en doorverwijzen kan met minimaal tijdsbeslag van de nefroloog.
Meer informatie
CKD@Werk: https://umcgresearch.org/w/ckd-werk
BAAN-project: https://umcgresearch.org/w/baan-1