‘In de zorg is ook het teamklimaat belangrijk’
‘Ik heb veel zin om bij Nefrovisie aan de slag te gaan, vanwege de goede organisatie en het fijne team, maar vooral ook vanwege de inhoudelijke uitdagingen.’ Dat zegt Wilma van Dijk (38), die per 1 november in dienst treedt als senior beleidsmedewerker. Ze volgt hiermee Hennie van IJzerloo op, die binnenkort met pensioen gaat.
Hiervoor werkte Wilma 14 jaar lang bij het dialysecentrum van ziekenhuis Bernhoven in Uden. Eerst als dialyseverpleegkundige, later, na het behalen van haar bachelor Management in zorg, als bedrijfscoördinator. ‘In die rol had ik veel contact met Nefrovisie, bijvoorbeeld bij de audits. Ik heb in die periode ook een tijdlang bij de Klantadviesraad gezeten.’
Nu gaat Wilma dus aan de slag als beleidsmedewerker. ‘Ik wilde graag iets doen bij een landelijke organisatie, en dat is Nefrovisie. De vacaturetekst sloot helemaal aan bij mijn persoonlijke ambities en toekomstvisie.’
Ziekenhuis Bernhoven kreeg landelijke bekendheid toen het bijna drie jaar geleden midden in de brandhaard van de eerste covidgolf bleek te liggen. De druk op de zorg groeide de organisatie al snel bijna boven het hoofd. ‘Het was een moeilijke tijd, we werden echt overspoeld en er zijn veel patiënten in de regio overleden,’ herinnert Wilma zich. ‘Dat merkten we natuurlijk ook in het dialysecentrum. We hadden hoge sterftecijfers. Dat was in de eerste plaats heel verdrietig voor de nabestaanden natuurlijk, maar het was ook moeilijk voor artsen en verpleegkundigen.’
In die periode werd in het dialysecentrum goed gekeken naar de protocollen. ‘Voor mij werd duidelijk hoe belangrijk samenwerken en communiceren zijn in zo’n roerige tijd. De manier waarop we werkten veranderde soms dagelijks. Je moet daar als team mee om kunnen gaan. Als je koste wat het kost wilt vasthouden aan bestaande werkwijzen, dan kom je in de problemen.’
Alle zorgverleners moeten in een dergelijke situatie in een hoog tempo informatie kunnen uitwisselen. ‘De ene dag behandel je de patiënt zus, de andere dag zo. Alle zorgverleners moeten daarvan op de hoogte zijn. Dat werkt alleen als je als team goed samenwerkt en er onderling vertrouwen is. Gelukkig was dat in ons team het geval, en dat bleef ook zo, ondanks de toenemende druk. Daar heb ik iets van geleerd dat ik wil doorzetten in mijn nieuwe functie bij Nefrovisie.’
Een van de kerntaken van Nefrovisie is het optimaliseren van de dataregistratie. ‘De organisatie is daar al heel goed mee bezig. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de registratie van de covidcijfers. Dat gebeurde al direct vanaf het begin van de pandemie. Daar hebben zorginstellingen veel profijt van. Ze konden gaandeweg hun werkwijzen bijstellen en nu gebruik maken van deze cijfers om adequate plannen voor de toekomst te maken.’
Een uitdaging is het uitlezen van de data uit alle verschillende epd’s waarover de Nederlandse zorginstellingen beschikken. ‘Die systemen verschillen aanzienlijk van elkaar en uitwisseling is daardoor lastig. Toch zal dat moeten. Daarbij vind ik het ook van groot belang dat de registratielast voor zorgverleners zo laag mogelijk blijft. Een nauwe samenhang tussen registratie en visitatie bij Nefrovisie is daarvoor een voorwaarde.’
Wilma wordt verantwoordelijk voor de visitatietak van Nefrovisie. Ze wil daarbij kiezen voor een brede insteek. ‘Alle processen komen wat mij betreft aan de orde. Medische onderwerpen natuurlijk, maar ook sociale en organisatorische aspecten. Denk bijvoorbeeld aan het teamklimaat. Dat is een breed begrip, maar het is voor goede zorg wel van groot belang, zoals ik zelf heb gemerkt toen we in Bernhoven midden in de covidcrisis zaten.’
Een mooie ontwikkeling vindt Wilma de grotere inbreng van patiënten bij visitaties. ‘Patiënten kijken op hun eigen manier naar de zorg. Dat is van grote waarde als aanvulling op de manier waarop zorgverleners en bestuurders naar de zorg kijken. Nefrovisie is bezig met een pilot waarvoor ik veel belangstelling heb. Ook wat dat betreft heb ik erg veel zin in deze nieuwe baan. Het is spannend natuurlijk, en heel anders dan de zorg in een ziekenhuis, maar het is net zo goed een manier om bij te dragen aan een zo hoog mogelijke kwaliteit van zorg voor patiënten met chronische nierschade.’
Interview: Bert Bukman