Nieuws

Mathijs van Oevelen: Spin in het web bij de DIALOGICA-studie

Nefrovisie is betrokken bij een aantal landelijke onderzoeksprojecten naar patiënten met chronisch nierfalen. Nefrovisie ondersteunt de onderzoekers bij het verzamelen en beheren van de gegevens. Natuurlijk heeft elk onderzoek zijn eigen aandachtspunten, maar er is ook overlap, bijvoorbeeld bij de onderdelen uit de patiëntvragenlijsten (o.a. PROMs) en de koppeling met Renine. Nefrovisie neemt een centrale rol in om de betrokken onderzoeken niet allemaal het wiel zelf te laten uitvinden en streeft zoveel mogelijk naar onderlinge gegevensuitwisseling.

In de komende nieuwsbrieven zetten we de verschillende onderzoeksprojecten in de schijnwerpers. Welke onderzoeksvragen worden er bestudeerd en heeft het al bruikbare informatie opgeleverd? En wat zijn de ervaringen van de onderzoekers?

In onderstaand interview vertelt Mathijs van Oevelen uitgebreid over het DIALOGICA-project.


Dialysebehandeling heeft een grote impact op het dagelijks leven en juist bij oudere nierpatiënten is de keuze om wel of niet te starten met dialyse soms lastig. ‘Het is nog maar de vraag welke invloed dialysebehandeling heeft op de kwaliteit van leven en het dagelijks functioneren van deze patiënten’, aldus arts-onderzoeker Mathijs van Oevelen. In het project ‘DIALysis or not: Outcomes in older kidney patients with GerIatriC Assessment’ (DIALOGICA), waar hij aan werkt, staat deze vraag centraal. 

Dialyse of conservatieve behandeling?

De gemiddelde leeftijd van patiënten met nierfalen stijgt al jaren en het merendeel van de patiëntenpopulatie is ouder dan 65 jaar. Nierfalen wordt in deze leeftijdscategorie meestal behandeld met dialyse of conservatieve therapie. Een derde optie, die in de afgelopen jaren steeds vaker werd uitgevoerd onder ouderen, is een niertransplantatie. Maar door de beperkte beschikbaarheid van donororganen en doordat veel oudere patiënten bijvoorbeeld door bijkomende aandoeningen niet meer in aanmerking komen voor transplantatie, zijn dialyse en conservatieve therapie veruit de meest voorkomende behandelopties.

Bij conservatieve behandeling wordt niet gestart met dialyse, maar wordt geprobeerd om met medicatie en leefstijladviezen het achteruitgaan van de nierfunctie zoveel mogelijk te vertragen en klachten te beperken. Van Oevelen legt uit dat juist bij kwetsbare oudere patiënten deze conservatieve behandeling een beter alternatief zou kunnen zijn dan dialyse omdat er vaak minder ziekenhuisbezoeken nodig zijn.

In DIALOGICA, een landelijk zorgevaluatieproject, wordt bij oudere nierpatiënten verschillende uitkomsten vergeleken tussen patiënten die wel of niet starten met dialyse. De primaire uitkomstmaat is de kwaliteit van leven en daarnaast worden klinische uitkomsten, zoals sterfte en ziekenhuisopname, en de kosten van de behandeling geëvalueerd. Het onderzoeksproject wordt geleid door de nefrologen Marjolijn van Buren (HagaZiekenhuis en LUMC) en Alferso Abrahams (UMC Utrecht).

Twee fases

Het doel is om in DIALOGICA 1.500 patiënten van 65 jaar of ouder met een nierfunctie tussen de 10 en 15 ml/min/1.73m2 te includeren. ‘In de eerste fase van de studie meten we bij alle patiënten jaarlijks de mate van kwetsbaarheid door een zogenaamd ‘nefrogeriatrisch assessment’ af te nemen. Dit bestaat uit verschillende vragenlijsten en testen om onder andere de cognitie en het zelfstandig functioneren van de patiënt in kaart te brengen. Wanneer patiënten starten met dialyse óf wanneer hun nierfunctie is gedaald tot 10 ml/min/1.73m2 of lager, gaat fase 2 van de studie in. Daarin volgen we patiënten nog minimaal een jaar na de start van dialyse of conservatieve behandeling. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk 500 patiënten beschikbaar zijn voor evaluatie van uitkomsten in de tweede fase’, vertelt Van Oevelen.


Schematisch weergegeven: de twee fases in de DIALOGICA-studie

Ongelukkige timing

Op dit moment, ruim een jaar na de start van het onderzoek, zijn er 124 patiënten uit 30 centra geïncludeerd in DIALOGICA. Dat zijn er een stuk minder dan de beoogde 500 in het eerste jaar. Van Oevelen legt uit dat de vertraging in inclusie van patiënten geen verrassing is. ‘Precies op het moment dat de studie écht zou beginnen brak de Coronapandemie uit. In het begin van het project kon ik nog langs gaan bij de centra om hen te enthousiasmeren voor het project en één op één informatie te geven, maar door corona werden de bezoeken al snel teruggeschroefd. Ook merkten we dat de centra in de eerste maanden van de pandemie terughoudend waren in hun deelname aan DIALOGICA. Heel begrijpelijk natuurlijk met de extra druk op de zorg in die periode.’

Van Oevelen zelf hoefde zich ondertussen niet te vervelen, want als internist in opleiding draaide hij net als al zijn collega’s Covid-19 diensten in het LUMC. ‘Gelukkig is dat nu niet meer nodig en zien we het tempo van het includeren van patienten in DIALOGICA de laatste maanden toenemen. Hopelijk zet deze trend zich voort en kunnen we een inhaalslag maken. Daarbij helpt het waarschijnlijk ook dat we het protocol hebben aangepast waardoor we vanaf nu patiënten vanaf 65 jaar in plaats van 70 jaar kunnen includeren.’

Nefrovisie

De database voor DIALOGICA is ontwikkeld door Nefrovisie. Van Oevelen vertelt dat dat heel vlot ging, omdat Nefrovisie eerder ook al de databases voor de POLDER en DOMESTICO studies* ontwierp. ‘Daardoor wisten de datamanagers precies wat er nodig was voor DIALOGICA. Bovendien is het heel handig dat de gegevens nu gekoppeld kunnen worden tussen de verschillende studies en ook met de bestaande Renine- en PROMs-data.’ Nefrovisie verzorgt ook het onderhoud aan de DIALOGICA-database. ‘De samenwerking met Nefrovisie verloopt heel laagdrempelig en efficiënt; ik kan altijd even tussendoor contact opnemen als ik vragen heb of tegen een probleem aanloop. Het is vooral prettig dat er zoveel kennis op het gebied van nefrologie in huis is’, aldus van Oevelen.

Spin in het web

Over de vraag wat Van Oevelen het best bevalt aan zijn werk als onderzoeker, hoeft hij niet lang na te denken. ‘Ik vind het vooral heel leuk om contact te onderhouden met iedereen in de verschillende centra. Het is fijn om alles binnen het project te organiseren en coördineren, waardoor het echt als ‘mijn’ project voelt.’ Toch zal Van Oevelen het werk over zo’n anderhalf jaar over moeten dragen aan een volgende promovendus op het DIALOGICA-project. Want dat er nog een opvolger komt is duidelijk. ‘Er ligt straks een enorme schat aan informatie waarin nog heel veel onderzocht kan worden. Die resultaten passen helaas niet allemaal in mijn eigen proefschrift, maar ik zal zeker nog betrokken blijven bij het project.’

Van Oevelen zal na het afronden van zijn proefschrift, met als centraal thema dialysebehandeling bij ouderen, in opleiding gaan tot nefroloog. Hij kijkt er nu al naar uit om alle opgedane kennis in de toekomst toe te kunnen passen in de klinische praktijk. ‘Ik heb er vertrouwen in dat de resultaten van DIALOGICA zullen helpen om een nefrogeriatrisch assessment in de standaardzorg op te nemen en om tot een betere besluitvorming te komen over het al dan niet starten met dialyseren voor nierpatiënten op latere leeftijd. Maar zover is het nog lang niet; voor nu hoop ik vooral dat in de komende maanden veel nieuwe patiënten zullen gaan deelnemen aan DIALOGICA.’

Meer informatie

Voor vragen of meer informatie kunt u de website www.dialogicastudie.nl raadplegen, of contact opnemen met de onderzoekers via info@dialogicastudie.nl. De rationale en onderzoeksopzet zijn gepubliceerd in het tijdschrift BMC Nephrology.

*POLDER staat voor ‘Pathway for Older Patients Reaching End Stage Renal Disease’ en DOMESTOCO voor ‘Dutch nOcturnal and hoME dialysis Study To Improve Clinical Outcomes’. Meer informatie over deze onderzoeksprojecten is te vinden op PolderStudie.nl en DomesticoStudy.nl.

Interview: Marlies Noordzij